De meeste mensen die op Schiermonnikoog komen, kennen het uitgestrekte kwelderlandschap aan de oostkant van het eiland. Op sommige plekken is deze kwelder al meer dan een eeuw oud. Minder bekend is de kwelder aan de westkant van het eiland. Dit gebied, het Rif, heeft zich pas de laatste vijftien jaar ontwikkeld. Omdat het Rif nog zo’n jonge kwelder is, verandert het gebied in rap tempo. Deze sterke ontwikkeling maakt het Rif erg interessant om in detail te bestuderen.
Afgelopen jaar waren wij, Diana Hoekstra (25) en Marieke Saathof (22), tijdens studiebezoek aan het Rif zo enthousiast geworden over dit gebied dat we er een uitgebreider onderzoeksproject van hebben gemaakt.
Een deel van het onderzoek gaat over de ontwikkeling van slenken op de kwelder. De geulen op de kwelder zorgen voor uitwisseling van voedingsstoffen op het wad en zijn een onmisbare leefomgeving voor veel wadsoorten, waaronder krabben en vissen. Hierdoor is het belangrijk om te weten hoe deze slenken precies ontstaan en welke factoren bepalen waar de geul uiteindelijk komt te liggen. Omdat de ontwikkeling van de slenken een langzaam proces is, zijn er meerdere jaren nodig om dit te onderzoeken.

Marieke is het onderzoek begonnen met het nauwkeurig in kaart brengen van gemarkeerde vakjes van tien bij tien meter, rondom het begin van een slenk. Ze heeft hierbij de lokale hoogte, de dikte van de kleilaag, de vegetatiebedekking en vegetatiehoogte gemeten. Verder heeft ze metingen aan de ‘microbiële mat’ gedaan. De microbiële mat is een soort korst op de bodem die bestaat uit een rijke verzameling van bacteriën en eencellige algen. Samen kunnen ze het bodemoppervlak steviger maken. Al deze verschillende metingen gaan er hopelijk voor zorgen dat we er achter komen waarom een slenk rechtsaf zwenkt in plaats van linksaf. We verwachten dat de weerstand van de bodem (die wordt beïnvloed door de kleilaag en de microbiële mat) de loop van de slenk bepaalt. Op grotere schaal wordt de richting meer bepaald doordat een geul de laagtes in het landschap gebruikt om met de minste weerstand zich een weg door de kwelder te banen.

Diana onderzoekt de vegetatie (plantengroei) in het gebied. Door de lokale hoogteverschillen en de slenken in het gebied komt niet elke plek op het Rif even vaak onder water te staan. Dit zorgt ervoor dat veel verschillende plantensoorten zich op het Rif kunnen vestigen. Niet elke plant is namelijk even goed bestand tegen onder water staan en tegen het zout dat zich ophoopt in de bodem. Alle planten nemen hun eigen specifieke plek in. Hierdoor ontstaat er een patroon dat ook wel vegetatiezonatie wordt genoemd. Het doel van Diana’s onderzoek is om de vegetatiezones gedetailleerd in kaart te brengen. Van tientallen plots verspreid over het hele Rif noteert ze de plantensoorten en hun bedekking. Daarnaast doet ze ook nog andere metingen, zoals de dikte van de kleilaag, de hoogte van de vegetatie en de hoeveelheid zout in de bodem. Met al deze gegevens kan eventueel worden verklaard waarom de vegetatiezonatie er uitziet zoals hij er tegenwoordig op het Rif bij ligt.

Voor deze onderzoeken is ontzettend veel veldwerk nodig om alle gegevens te verzamelen. Sinds mei lopen we bijna dagelijks over het Rif. Het weer zat niet altijd mee. Regelmatig moesten we onze laarzen leeggooien, broeken uitwringen en met verkleumde vingers onze notitieboekjes droogdeppen. Gelukkig werd het weer steeds beter, waardoor we uiteindelijk zelfs in korte broek en op blote voeten aan de slag konden. Dat het dan toch eindelijk zomer werd was ook te zien aan de vegetatie. Waar het gebied in mei nog een dorre en bruine vlakte was, veranderde het Rif in juli in een prachtige paarse zee van lamsoor. Ook in een kortere tijdsspanne verandert er veel in dit gebied. Je werkritme wordt bepaald door het getij, waarbij het water soms sneller opkomt dan je denkt. Voordat je het weet sta je al weer tot je enkels in het water. Avontuurlijk werk is het zeker, en wij genieten volop van dit prachtige gebied. Later dit jaar hopen we ons onderzoek af te hebben. Tot die tijd kom je ons misschien nog tegen. Schiet ons dan gerust aan voor een praatje!

Diana Hoekstra en Marieke Saathof studenten ‘Ecology and Conservation’ van de Rijksuniversiteit Groningen.